In mij woont de poëzie
voor onbepaalde tijd
soms is ze erg aanwezig
dan zeg ik … het is genoeg
of wat meer teruggetrokken
dan zwijgt ze in alle talen
schuilt in kieren en anagrammen
ontwikkeld vaak een eigen taal
de wijzers van de klok draaien
ze lacht huilt wikt
weegt
we lopen soms in zware stormen
maar ze draait steeds met me mee
ze houdt van boterhammen in een zakje
fietsen met de zon op het gezicht
het ruisen van de bossen in bomentaal
de geur van rottend hout in lange lanen
helpt me uit de brand als ik stuurloos
ben of vogelvrij verklaard
ze is mijn spiegel paraplu en mijn schaduw
en mag hier altijd wonen tot de stilte zwijgt