zondag 26 juli 2020

In gedicht van de week van o-o-go 51( tijdschrift van De Reizende Dichters)
Kakement
Ik zong zijn lof als nadorst opzoek naar het hogere. Ik zong braaf, onwetend in het wit gehuld maar
wel in hoge sferen en altijd met brandend licht door mist omhuld. Lange gewaden besmeurd met rode
wijn en broodkruimels van alle dagen wachten op de beloning van de dag. Vaak voelde ik me bekeken
en was het leed voelbaar op de kansel. Ohh ik voelde zijn pijn, zijn schreeuw om hulp.
Oh vader, oh moeder leef zoals je altijd leefde en kniel voor de beerput.
Laten we uitgummen of zwijgen tot het einde der dagen, het kinderleed helen en wachten op een beeldenstorm.
Maar fluisterend op weg naar ouderdom en wijsheid sprak ik licht genezende taal.
De taal van zachte matrassen en oude lijven en helende doeken, fragiel als mozaïek.
Zwijgen en een vinger op de zere plek. Sterven deden ze nog net niet, laatste lichtsintels langs het hemelgewelf.
Hele talen verdwenen in de poëet, werkwoorden, tegengesteld of in verleden tijd, in sprookjestaal of verzonnen zinnen, vaak onzichtbaar of nat van net opgedroogde ogen.
Dag in dag uit om te kunnen leven.
Magda Haan

zondag 12 juli 2020

Love song


Ze spelen ons
liefdeslied niet meer
ze zijn de woorden
allang vergeten
maar ze staan
gedrukt in onze harten
haar huid zo zacht, zo zwoel
zijn huid zo hard, zo warm
liefde vergaat niet
door ouderdom
rimpels of grijze haren
want bij het aanslaan
van de juiste snaren
spelen we weer mee

https://youtu.be/-ncIVUXZla8


zaterdag 4 juli 2020

schilder met woorden

Dit was mijn bijdrage voor het juli-gedicht t.g.v. het digitale Poëzie als Zeewind dat plaats had moeten vinden maar vanwege de coronabeperkingen ditmaal nog niet gehouden kon worden.

blauwe luchten
iedereen vliegt uit
ik lig al in vakantieland
in een ligstoel en bestel
cocktails met zwoele namen
ik koester
onder de warme stralen
fantasieën dagdromen
zomerse zinnen
goddelijke gerechten
bij ondergaande zon
ik zucht
en mijmer nog even door
als ik straks weer thuis ben
schilder ik gewoon
nog even met wat woorden

golven van het leven

  aan de vloedlijn sta ik aanschouw de golven die groeien en groeien en vlak voor mijn voeten lijken op te lossen ik wacht op die ene